Indonesië 2016 28 t/m 30 april

28-04-2016 Vertrek uit Jogjakarta en op naar Solo. Aldaar hebben we het paleis van de sultan bezocht. De sultan van Solo heeft alleen nog maar een ceremoniële functie. Na afloop van de rondleiding stond onze gids voor de wandeling in Ceto al te wachten. Hij reed met ons mee naar Ceto en heeft ons eerst de erotische tempel van Ceto laten zien. Daarna hebben we een mooie wandeling tussen de plantages door de bergen gemaakt. De paden waren soms erg smal en glibberig. Er waren stukken door de jungle en dan weer stukken tussen de stukjes landbouwgrond. Het laatste deel was weer door een stukje jungle, waar we getrakteerd werden op een bijna oorverdovend concert van grote krekels in de bomen. Soms waren ze bijna stil en dan zwelde het geluid weer aan en zo ging het continu door. Aan het einde van de wandeling stond onze chauffeur ons op te wachten en zijn we richting onze cottages in Sukuh gereden. Het was al donker geworden, waardoor het best een spannend ritje was. Onze cottage lag bovenop een berg en de weg er naartoe liep soms recht omhoog. De kamer was zeer eenvoudig vergeleken met ons vorige verblijf, maar alles was aanwezig en we hebben prima geslapen. 
29-04-2016
De volgende ochtend zijn we om 7:30 aan de volgende wandeling begonnen. Dezelfde (Nederlandssprekende) gids begeleidde ons weer. We liepen door authentieke dorpjes en langs steile akkers. De uitzichten waren adembenemend. De mensen die we tegenkwamen waren heel vriendelijk en de kindertjes zwaaiden allemaal naar ons. Doordat de paden soms steil omhoog en dan weer steil naar beneden liepen, was de tocht best wel zwaar. Hoe steil ook, overal rijden brommertjes door de bergen. Ze vervoeren gras voor de koeien en soms kwamen we een rijdende winkel tegen. De eigenaar had dan een houten rek dwars op de brommer gebouwd en daar hing dan de koopwaar in zakjes en tasjes aan. De gids vertelde dat de bewoners van de streek waar we door liepen bijna nooit hun dorpje verlaten en vrijwel alles bij deze rijdende winkeltjes en een enkel vast winkeltje dat we tegenkwamen kopen. Bij de enkele vaste winkeltjes wordt ook de benzine voor de brommertjes verkocht in glazen flessen.
Aan het einde van de route stond onze chauffeur alweer op ons te wachten. 
De gids reed nog een klein stukje mee tot aan de doorgaande weg en ging toen met de bus weer terug naar Solo. Wij reden vervolgens in ongeveer zeven uur naar Malang. In Malang logeerden wij in een super-de-luxe hotel, het Santika Première Malang. We kregen een deluxe kamer. Eigenlijk waren dit twee kamers. In onze kamer bevond zich een wenteltrap naar een tweede kamer met alles erop en eraan. Na ons opgefrist te hebben gingen we op zoek naar een restaurantje in de buurt. Slawek had een goede op Tripadvisor gevonden, dus die moest het worden. Net toen we naar buiten wilden stappen barstte er een wolkbreukje los. We konden een paraplu lenen van het hotel, maar twee straten verderop was onze douche al overbodig. Doorweekt kwamen we aan bij het restaurantje, maar onze natte trip werd beloond met heerlijk eten. Op de terugweg was het gelukkig droog. Onderweg kwamen we nog een bakkerij met verrukkelijk ogende cakejes tegen. Die moesten natuurlijk mee als toetje. Terug in het hotel lekker gedoucht en genoten van de cake. Daarna maar gaan slapen, want de volgende dag moesten we weer redelijk vroeg op.
30-04-2016
We verwachtten veel van het ontbijtbuffet in ons luxe hotel, maar wat we deze dag aantroffen sloeg werkelijk alles. Een buffet voor wonton soep, een buffet voor nasi rames (witte rijst en allemaal soorten groente, vlees, tahu, tofu, ei etc.), een buffet voor nasi goreng ( roergebakken rijst met vlees, ei en/of groente), een buffet voor bakmi (roergebakken bami met vlees, ei, en/of groente)een Indisch toetjes buffet, een westers toetjes buffet, en verschillende cereals ( maar wie neemt die nu in vredesnaam als je uit al die andere soorten kunt kiezen).
Met de buikjes rond op weg naar een theeplantage. Hier werden we rondgeleid door een erg aardige gids die ons alles vertelde over de soorten thee die er zijn, hoe je ze moet plukken en hoe de thee uiteindelijk verwerkt wordt tot de thee die wij drinken. Lipton is een grote klant van deze plantage. Na afloop kregen we de thee ook te drinken. De losse thee welteverstaan, want volgens onze gids wordt de thee van mindere kwaliteit gemengd en in zakjes gedaan. Hoe donkerder de gedroogde thee, hoe beter de kwaliteit.
De middag hadden we vrij te besteden, dus hebben we Malang verkend. Een mooie stad, maar het verkennen te voet is een uitdaging op zich. Stoepen zijn zeer slecht of niet aanwezig en elke oversteek van een weg is weer een beproeving. 
We hebben thee gedronken bij Un's Corner. Een restaurantje dat nog stamt uit het koloniale tijdperk. Er is overigens nog veel meer in Malang dat hier aan herinnert. Op de terugweg zijn we langs Ijen Boulevard gelopen. Een brede laan met aan weerszijden grote koloniale huizen. Het ene hek ervoor nog uitbundiger versierd dan het andere met daarachter vaak een nog prachtiger huis. Deze huizen zijn over het algemeen zeer goed onderhouden en verkeren in goede staat. Malang was bij de Nederlanders in trek omdat het er iets koeler is dan het Westen en Midden van Java. Het is ook de enige omgeving waar appels groeien op Java. Deze zie je hier overal langs de weg te koop bij stalletjes. 's Avonds weer een leuk restaurantje opgezocht en heerlijk gegeten. We hebben ook nieuwe foto's toegevoegd.